Over de bij
Het voortbestaan van bestuivende insecten staat wereldwijd onder druk. Ongeveer 40 procent van de 20.000 ongewervelde bestuivers zoals bijen en vlinders wordt ernstig bedreigd met uitsterven. De mens is de voornaamste veroorzaker van de teruggang. Intensieve landbouw, verarming van de vegetatie, bestrijdingsmiddelen, verplaatsen van ziekten en parasieten over de continenten zijn factoren de niet bijdragen aan een gunstige leefomgeving. Als gevolg daarvan zijn in ons land in het wild levende honingbijvolken zeldzaam. Naar schatting zijn er wel 80.000 bijenvolken die door ongeveer 8.000 imkers worden verzorgd. Al deze volken werken mee aan de bestuiving van gewassen. Niet alleen onze voedselgewassen, maar ook die waar vogels of zoogdieren van leven. Bijen vormen een onmisbare schakel in de natuur.
Bijenweetjes
- Honingbijen zijn sociale insecten: ze leven in een volk met een koningin
- Het zijn de enige vliegende insecten in ons land die het hele jaar als volk leven
- In de winter zijn ze met 5000- 10.000 per volk, in de zomer met 30.000-40.000 bijen per volk
- De aanwezigheid van de koningin zorgt voor samenhang in het volk
- Ze communiceren met elkaar, onder andere met een dansje om elkaar te vertellen waar er voedsel te vinden is.
- In het seizoen leven werksters hooguit zes weken, in de winter, als ze haast niets te doen hebben, kan dit wel zes maanden zijn.
- Honingbijen zijn super efficiënt. De werksters hebben in het begin van hun leven huishoudelijke taken en gaan pas na een week of drie op pad om voedsel te verzamelen.
- Voedsel is stuifmeel (voor de groei van de larven) en nectar (als dagelijks ‘brood’ en om honing van te maken)
- Honing is het reservevoedsel voor in tijden van schaarste, zoals tijdens de winter. Het is lang houdbaar.
- Voor een pot honing van een 500 gram moeten er zo’n 50.000 vluchten worden gemaakt.